Het is herfstvakantie en we gaan weer naar IJsland. Zoals wel vaker, maken we ook deze keer gebruik van een huurauto. We komen zaterdagmiddag aan op de luchthaven bij Keflavik, maar omdat we in het oosten van het land willen starten, maken we de volgende ochtend een binnenlandse vlucht van Reykjavik naar Egilsstadir.
Huurauto ophalen in Egilsstadir
Na de landing hebben we (heel snel) onze bagage en lopen we naar een klein kastje vlakbij de uitgang van het kleine relaxte luchthavengebouwtje. We toetsen de cijfercode in en hopla, daar zijn onze autosleutels. Zoals van tevoren via een berichtje aangegeven, staat de auto meteen rechts als je door de uitgang naar buiten loopt. Een huurauto ophalen bij de internationale luchthaven Keflavik kost toch wel wat meer tijd dan hier. Je bent daar nooit de enige en moet je toch wel even wachten voordat je aan de beurt bent en je auto hebt. Maar hier gaat het allemaal erg snel en gemakkelijk.
IJskrabber en borstel, check!
Daar staat ie! Zo zit je nog in het vliegtuig en binnen 20 minuten rijden we weg in onze auto. Onderweg is het nog even wennen aan alle moderniteiten en voorzieningen. Maar al snel weten we hoe de klep van de tank opengaat, dat ie op benzine rijdt en niet op diesel (heel belangrijk om te weten) én hoe alle verwarming- en frisse luchtvoorzieningen ongeveer werken. Er ligt ook netjes een ijskrabber en borstel in de auto. Best fijn, want probeer maar eens een autoruit ijsvrij te maken zónder ijskrabber. Ze zijn bij iedere benzinepomp te koop maar tóch netjes dat ie in de auto ligt!
Voor mij altijd weer even wennen maar misschien voor velen niet; té dicht bij de rechterlijn of de middenlijn doet het stuur licht trillen samen met ’n zacht piepje. Het is natuurlijk voor de veiligheid maar nóg veiliger is het om er niet op te vertrouwen. Regelmatig is zo’n lijn op de weg verdwenen of door ijs en sneeuw niet meer voor de auto als lijn herkenbaar.
Niet midden op de weg stoppen
Zélf opletten dus en als de uitzichten echt heel erg mooi worden, is het beter om even op een veilige plek te stoppen. Soms is de verleiding groot om gewoon even midden op de weg te stoppen, want de weg is immers zo stil en verlaten… Niet doen want de IJslander zelf rijdt graag lekker hard en het overzicht over de weg is niet altijd goed. Ze hebben daar een woord en ook een verkeersbord voor: ‘Blindhaed’. Als er een heuvel is en je ziet niet of er een auto van de andere kant komt, word je gewaarschuwd met dit bord. Voordat we bij onze bestemming Borgarfjordur Estri aankomen moeten we nog even een flinke bergpas over. Prima te doen, veel remmen op de motor want de afdalingen zijn lang.
Spikes op de banden tegen gladheid
Ik zie dat de auto mooie nieuwe ‘spikes’ (spijkerbanden) heeft; dat hoort ook zo want vanaf 1 oktober moeten alle huurauto’s voorzien zijn van die spikes. Als we twee dagen later het rustige dorp weer verlaten, zijn we extra blij met onze winterproof banden. Het heeft ’s nachts gesneeuwd en het is wit en flink glad op de pas. Vierwielaandrijving en spikes zijn in deze tijd van het jaar dus geen luxe maar noodzakelijk. Ook als je op de ‘gewone’ asfaltwegen blijft.
Smalle bruggen: let op tegenliggers
Onze reis gaat via de Oostfjorden zuidwaarts. Langs deze route komen we ze veel tegen; de bruggen die één rijbaan hebben en waarop je elkaar dus niet kunt passeren; ze zijn duidelijk aangeven met het bord: ‘Einbreidbru’, maar bijna altijd ook met oranje knipperlichten en snelheidsborden. Rem af tot 50 kilometer per uur en soms tot een nog lagere snelheid, want die overgang van het wegdek naar de brug bevat nogal eens venijnige kuiltjes. Degene die het eerst bij de brug aankomt mag er ook als eerste op. Die tegenligger die al bijna op de brug is als jij eraan komt, laat je dus voorgaan.
Schapen op de weg
Behalve de mooie IJslandse paarden in het landschap krijgen we soms ook te maken met het IJslandse schaap. Een schaap langs of op de weg betekent sowieso afremmen. Het naderen van een auto veroorzaakt bij de schapen de drang om elkaar op te zoeken. Regelmatig steken ze vlak voor de auto in paniek de weg over om bij hun soortgenoten te zijn. Aangezien ze niet hebben geleerd om naar links en rechts te kijken, is het aan ons om goed op te letten en stapvoets te rijden totdat we de schapen gepasseerd zijn.
Tanken op IJsland
Omdat we op de rustige wegen erg constant meestal zo rond de 80 of 90 km per uur rijden, verbruiken we relatief weinig benzine. Desondanks moeten we toch ook ’n keer tanken. De afstand tussen de tankstations kan in sommige delen van IJsland best groot zijn. Meestal ga ik op een benzinepomp letten als de tank zo’n beetje half leeg is. Soms een beetje overdreven maar het geeft mij wel een safe gevoel. Tanken gaat vaak met een onbemande betaalautomaat waarbij in ons geval alleen de creditcard geaccepteerd wordt en dus niet onze gewone betaalkaart. Maar die creditcard had je sowieso al nodig om je huurauto op te halen. Vreemd eigenlijk dat de tankstations bijna nooit overdekt zijn zoals bij ons. Bij regen en wind kan het tanken een kille activiteit worden. Gelukkig hebben wij redelijk windstille en droge tankmomenten.
Autorijden is ontspannen
Langs de zuidkust rijden we in ongeveer vijf dagen terug naar Reykjavik. We kiezen voor een rustig tempo omdat we niet de hele dag in de auto willen zitten, maar ook willen wandelen en genieten. Het autorijden is best ontspannen en rustig en de verleiding bestaat om door het mooie uitzicht de aandacht voor het wegdek te verliezen. Dus zoals al eerder gezegd, is het beter om voor die fotostop ergens veilig te stoppen. Naarmate we, na een heerlijke week in de natuur, dichterbij Reykjavik komen, worden de wegen drukker en uiteindelijk zelfs vierbaans. En dan bevinden we ons plotseling in de stadse verkeersdrukte compleet met verkeerslichten, in- en uitvoegstroken en rotondes. Maar dát is voor ons Nederlanders vertrouwd terrein.
One way fee
’s Morgens heel vroeg leveren we onze auto, met een volle tank, in bij de luchthaven van Kevlavik. We betaalden vooraf dus ook de zogenaamde ‘one way fee’ omdat we onze auto niet inleverden op de plek waar we ‘m hadden opgehaald.
Onze IJsland-reis is weer voorbij maar we hebben al weer inspiratie opgedaan voor de volgende keer.